Bedrijfsopvolgingsregeling voor vastgoed-BV’s?

In geval van schenking of vererving van aanmerkelijk belangaandelen kan een beroep worden gedaan op een doorschuiffaciliteit voor zowel de inkomstenbelastingsfeer als voor de erfbelasting. Om voor deze faciliteit in aanmerking te komen gelden er een aantal voorwaarden. Een van deze voorwaarden is dat er sprake moet zijn van een ‘materiële onderneming’.

Er moet dus sprake zijn van écht ondernemingsvermogen. Vaak is dat nu net het probleem. Veel BV’s, zeker van wat oudere DGA’s, worden eerder gekwalificeerd als beleggings- of vastgoed BV’s.

Hoe pakt dit nu uit bij vastgoed-BV’s? Geldt in dat geval dat er altijd afgerekend moet worden? Gelukkig niet. In sommige gevallen geldt de bedrijfsopvolgingsregeling namelijk ook voor vastgoed-BV’s, zo blijkt uit (recente) rechterlijke uitspraken.

De Belastingdienst stelt doorgaans bijna altijd dat bij vastgoed-BV’s géén sprake is van een onderneming, maar alleen van beleggen. Daardoor zou de bedrijfsopvolgingsregeling niet gelden.

Doorschuiffaciliteit
De zogenoemde ‘bedrijfsopvolgingsregeling’ houdt in dat voor het schenken of erven van ondernemingsvermogen een hoge vrijstelling voor de schenk- en erfbelasting geldt. Ondernemingsvermogen tot ruim een miljoen euro is vrijgesteld en over de hogere waarde is 83% vrijgesteld. Deze regeling is in het leven geroepen om liquiditeitsproblemen te voorkomen die de belastingheffing kan oproepen bij verkrijging van ondernemingsvermogen. Met deze doorschuifregeling wordt het belang van een onbelemmerende voortzetting van de activiteiten van vooral MKB/familiebedrijven, binnen de kring van de ondernemer, gewaarborgd.

Wanneer kwalificeert een BV nu als vastgoed BV? Een vastgoed BV is een vennootschap die zich bezighoudt met ‘beleggen in- en verhuren van onroerend goed’. Als er sprake is van ‘normaal vermogensbeheer’, dan drijft de vastgoed-BV in fiscale zin géén onderneming. Degene die de aandelen in een dergelijke vastgoed-BV erft of geschonken krijgt, heeft dan dus geen recht op de bedrijfsopvolgingsregeling.

Aanknopingspunten in de literatuur?
De verhuur van een bedrijfspand door een vastgoed-BV aan de werk-BV die is overgenomen door bedrijfsopvolgers, kwalificeert normaal gesproken als ‘normaal vermogensbeheer’. Maar lagere rechters hebben in sommige gevallen anders geoordeeld.

In één van de gevallen was sprake van diverse, omvangrijke beleggingsportefeuille(s) in vastgoed, waarvan het beheer specifieke kennis vereiste en tevens substantiële arbeidsinzet van de aandeelhouders vergde.

Er was sprake van een vastgoedportefeuille van zo’n 20 tot 25 panden en bovendien liepen er diverse projecten. De aandeelhouder werkte zo’n 30 uur per week voor de vastgoed-BV en hij gebruikte zijn zakelijk netwerk intensief. Bovendien was de BV voor een flink deel gefinancierd met vreemd vermogen. Deze vastgoed-BV richtte zich (tevens) op projectontwikkeling. De beide broers die de aandelen erfden, deden het administratieve beheer, het technisch beheer en het commerciële beheer zelf.

Volgens de rechter was er in deze casus sprake van ‘meerarbeid’ die een hogere opbrengst tot gevolg had dan bij normaal actief vermogensbeheer.

In het geval dat een vastgoed-BV dus meerdere activiteiten c.q. werkzaamheden verricht, bijvoorbeeld ook projectontwikkeling, en de DGA ook daadwerkelijk arbeid verricht en er bijvoorbeeld specifieke kennis vereist is, komt de bedrijfsopvolgingsregeling sneller in beeld. Of daadwerkelijk sprake is van een (materiële) onderneming of van ‘normaal vermogensbeheer’, zal wel per geval moeten worden beoordeeld. Bovendien gelden er meer voorwaarden voor deze bedrijfsopvolgingsregeling. Elke situatie is weer anders. Het blijft een lastig vraagstuk!

 

 

Plaats een reactie

Klik hier om je reactie te plaatsen

Evenementen

  • Geen evenementen
  • Advertisement

    webdesign development