Tata Steel heeft goede uitgangspositie voor de energietransitie

Tata Steel heeft een belangrijke nieuwe stap gezet op het gebied van de energietransitie. Samen met partners Gasunie, EBN en Port of Amsterdam heeft de toonaangevende staalproducent een haalbaarheidsstudie naar afvang, transport, opslag en hergebruik van CO2 in het Noordzee-kanaalgebied positief afgerond.

In het gebied zijn voldoende mogelijkheden voor het aanleggen van een CO2-infrastructuur met opslag van de koolstofdioxide in lege gasvelden onder de Noordzee, de zogenaamde Carbon Capture Storage (CCS). Daarnaast is er de mogelijkheid van hergebruik van CO2, oftewel Carbon Capture Utilisation (CCU). Verder is Tata Steel ook op het gebied van opwekking van groene stroom geografisch gezien goed gesitueerd. ‘We liggen immers aan zee, de plek waar grote windmolenparken gaan komen. Dus met de aanlanding met de stroomkabels van zee naar land zitten we heel gunstig’, vertelt Bart van der Meulen, hoofd programma CO2 neutral van Tata Steel. ‘We zien dan ook een mooie toekomst voor de regio IJmond met windparken in aantocht en lege gasvelden voor de deur.’

Tussenoplossing met CCU en CCS

Het ‘einddoel’ van Tata Steel is om in 2050 volledig CO2-neutraal te opereren. Maar voordat dit technisch mogelijk is, is er eerst een andere tussenoplossing nodig om de door de overheid opgelegde klimaatdoelstelling van 49 procent CO2-reductie in 2030 te kunnen realiseren. In deze zoektocht speelt CO2-opslag een essentiële rol.

Deze tussenoplossing is de aanleiding voor een bezoek aan Tata Steel en eens verder te praten met Bart van der Meulen. ‘Van de 101 jaar dat Tata Steel bestaat, werk ik er hier nu 29. De maakindustrie trok me al vanaf kleins af aan. Staal is een mooi product, dat je in alle geledingen van ons bestaan terugvindt. Maar we moeten ook toekomstige generaties een mooie toekomst met een gezonde aarde kunnen bieden’, vertelt de werktuigbouwkundig ingenieur uit Haarlem. ‘Daarom zal ook Tata Steel zijn fair share aan de oplossing van het CO2-probleem moeten gaan leveren.’

Athos

In de komende maanden zal Tata Steel samen met Gasunie, EBN en Haven van Amsterdam voor verdere uitwerking van het project Athos (dat een afkorting is van Amsterdam-IJmuiden CO2 Transport Hub & Offshore Storage) diverse vervolgstudies uitvoeren. Van der Meulen, die de energietransitie de grootste uitdaging uit zijn loopbaan noemt, is verheugd met de recente studieresultaten. ‘De haalbaarheidsstudie laat namelijk zien dat zo’n CO2-netwerk en opslag technisch realiseerbaar is. Afgevangen CO2 kan ver uit de kust en op zo’n 3 tot 5 kilometer diepte worden opgeslagen’, legt Van der Meulen uit. Of dit een makkelijk proces is? ‘Makkelijk is een groot woord, maar het wordt wereldwijd al gedaan. Er zijn geen grote technische belemmeringen en er hoeven geen nieuwe technologieën ontwikkeld te worden’, stelt Van der Meulen, die tevens twee grote voordelen voor Tata Steel weet: ‘De ligging van Tata Steel biedt een groot voordeel ten opzichte van concurrenten: er is geen staalbedrijf ter wereld dat zo dicht bij lege gasvelden in zee ligt, waar CO2 kan worden opgeslagen. En twee: de infrastructuur die hiervoor nodig is, ligt er reeds in grote mate. Dat scheelt enorm in de kosten. Wanneer CCS operationeel kan zijn? Het doel is in 2027 à 2028, maar in elk geval vóór 2030.’ Ook bleek uit de studie dat bedrijven in het Noordzeekanaalgebied het potentieel hebben om in 2030 tot 7,5 megaton CO2 per jaar aan uitstoot te reduceren. ‘Als je je bedenkt dat de totale Nederlandse industrie haar CO2-uitstoot op dat moment met in totaal 14,3 megaton moet hebben teruggebracht, weet je dat de mogelijkheden van Athos significant bijdragen aan deze te behalen doelstelling’, aldus de werktuigbouwkundig ingenieur.

CCS voor Hoogovens en HIsarna

Maar hoe wil Tata Steel die CCS en CCU gaan realiseren? ‘Bij de Carbon Capture Storage zullen we CO2 die bij de staalproductie vrijkomt afvangen. Deze koolstofdioxide zullen we vervolgens via pijpleidingen afvoeren en opslaan in lege gasvelden in de Noordzee. Dit willen we realiseren via het Athos-systeem. Ook HIsarna, de nieuwe manier van staal maken en volop in ontwikkeling, kan hier op worden aangesloten.’ HIsarna zal naar verwachting een grote rol spelen in het bereiken van toekomstige recycle-ambities in de circulaire economie. ‘Dit zeer innovatieve staalproductieproces bestaat uit een reactor waar ijzererts en poederkool worden ingevoerd en waarbij vloeibaar ruwijzer ontstaat als basismateriaal voor de productie van hoogwaardig staal’, zo legt Van der Meulen uit. ‘Het gas dat HIsarna uitstoot, is geconcentreerd CO2 en is het zeer geschikt voor opslag (CCS) of hergebruik (CCU), zonder een kostbaar gasscheidingsproces.’ De HIsarna-technologie maakt een aantal voorbewerkingsstappen overbodig en stelt minder strikte eisen aan de kwaliteit van de grondstoffen. Dit resulteert in een enorme efficiëntieverhoging. Het verlaagt het energieverbruik, dringt de CO2-uitstoot terug met 20 procent en verlaagt de uitstoot van fijnstof, zwaveldioxide en stikstofdioxide met 60 tot 80 procent. Van der Meulen: ‘De combinatie van HIsarna en CO2-opslag zou kunnen leiden tot een totale CO2-verlaging van liefst 80 procent in het staalproductieproces.’

CCU

Tata Steel en partners onderzoeken daarnaast of er op langere termijn in Nederland via pijpleidingen een CO2-netwerk kan worden gebouwd. Van der Meulen: ‘Dit met het oog op hergebruik van CO2, zodat we richting CCU kunnen gaan. Koolstofdioxide is namelijk een bouwsteen waarop andere bedrijfstakken weer kunnen voortborduren. Neem bijvoorbeeld de glastuinbouw: daar gebruiken ze het voor groeiversnellers, omdat planten en gewassen juist leven en groeien van CO2. Daarnaast zijn er ook mogelijkheden tot mineralisatie en hergebruik van CO2 door er synthetische brandstoffen als methanol van te maken.’

Om te komen tot een concreter projectvoorstel is verder onderzoek nodig naar bijvoorbeeld de effecten van beleidskeuzes van de Nederlandse overheid op het gebied van CCU en CCS, de route van het bijbehorende netwerk, technische specificaties van het systeem en opslaglocaties. In de komende maanden zullen Gasunie, EBN, Port of Amsterdam en Tata Steel hier gezamenlijk aan werken.

Regio

Natuurlijk betekent dit voor het regionale en lokale bedrijfsleven ook een nieuwe toekomst. ‘Een toekomst, waaraan we gezamenlijk werken. Waarbij een deel van ons terrein een soort energie-hub wordt voor assemblage en onderhoud van windparken, aanlanding van windenergie, waterstofproductie, opslag en hergebruik van CO2 en productie van staal. En dus uiteindelijk CO2-neutraal.’

Met waterstof naar 2050

Met het CCU en CCS-verhaal wil Tata Steel op de relatief korte termijn bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. Een punt op de lange termijn-horizon is echter om uiterlijk in 2050 volledig CO2-neutraal te gaan werken. Om dit ambitieuze plan te kunnen realiseren, bewandelt Tata Steel momenteel een tweede (en totaal ander) innovatief pad. ‘We produceren ons staal nu met koolstof als energiebron. Het idee is om straks de koolstof te vervangen door waterstof’, vertelt Van der Meulen. ‘Dat klinkt heel simpel, maar dat is een gigantische uitdaging waarvoor we staan. Het grote voordeel van koolstof is dat er een enorme hoeveelheid energie in één kilo kool zit. Daarom vinden we het zo fijn dat spul, en heeft het zulke goede eigenschappen op dat vlak. Alleen de CO2 die hierbij vrijkomt, is het grote nadeel. Daarom zoeken we nu naar groene transitiemogelijkheden zoals waterstofgebruik.’

Energiedichtheid Waterstof produceert juist heel schoon, maar heeft weer als nadeel dat de energiedichtheid hartstikke dun is. ‘Dus zul je gigantische hoeveelheden waterstof moeten gaan opwekken om de vergelijkbare hoeveelheden energie te creëren. Als we de gewenste hoeveelheid waterstof op een milieuvriendelijke manier willen opwekken, hebben we daarvoor héél veel groene stroom nodig. Die stroom, die via een elektrolyse-proces uiteindelijk waterstof oplevert, zal moeten worden opgewekt door de nu nog aan te leggen windmolen- en zonnecelparken. Voordat de benodigde infrastructuur hiervoor is aangelegd, praten we al snel over 2040 of zelfs later’, weet Van der Meulen. ‘Tata Steel is momenteel al geen kleine elektriciteitsgebruiker, maar voor een succesvolle invulling van het waterstofproductieverhaal hebben we circa tien keer zoveel stroom nodig als nu. Dan praat je over waanzinnige hoeveelheden.’

Geografisch voordeel Ondanks de grote uitdagingen op dit vlak, is Van der Meulen positief gestemd. ‘Want ook op het gebied van opwekking van groene stroom is Tata Steel geografisch gezien geweldig goed gesitueerd. We liggen immers aan zee, de plek waar grote windmolenparken gaan komen. Dus met de aanlanding met de stroomkabels van zee naar land zitten we heel gunstig. Het is namelijk een groot probleem als je stroom over grote afstanden moet zien te verplaatsen. Stel dat we onze business in het Duitse Ruhrgebied hadden gehad. Waar moet je dan je groene stroom vandaan halen? Via een groene stroom-kabel vanuit Noord-Duitsland? Dat is haast niet te doen. Wat dat betreft zitten wij in de IJmond supergunstig: we liggen aan de zee, waar de windenergie op grote schaal zal gaan worden opgewekt. En de aanlandige stroomaansluiting van die windmolenparken zit letterlijk hier op ons terrein. Idealer kan niet.’

Waterstoffabriek

Voordat de windmolens er staan, heeft Tata Steel ook al korte termijnplannen op waterstofgebied. Zo zijn er momenteel vergevorderde plannen om samen met het bedrijf Nouryon en Haven van Amsterdam rond 2023 een 100 megawatt waterstoffabriek neer te zetten op het terrein van Tata Steel. ‘Het is spannend, want voor het eind van 2019 wordt de haalbaarheidsstudie bekend. Ik ben positief, want dit zijn allemaal van die bouwstenen om de complete infrastructuur voor de transitie te kunnen gaan neerzetten. Dat totale proces moeten we met veel kleine stapjes in beweging zetten’, geeft Van der Meulen aan. ‘Gelukkig hebben we in Nederland een goede infrastructuur. Kijk bijvoorbeeld naar onze samenwerkingspartner Gasunie. Zij zijn de grootste netwerkbeheerder van hoge drukgasleidingen in de wereld. Het zou super zijn als we in de toekomst met het waterstofproductieverhaal kunnen aantappen op hun netwerk en leidingensysteem. Dan kun je waterstof ook als energiebron gaan gebruiken voor huizen en auto’s. De potentie hierin is groot.’

Eigen ogen

Van der Meulen ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. Hoewel er anno 2019 negatieve milieueffecten aan de productie van staal kleven, benadrukt hij dat dit product juist ook een essentieel onderdeel speelt in de energietransitie. ‘Want waar moeten we anders de windmolens van maken of onze zonnecellen op neerzetten? Elektrische auto’s maken we eveneens van staal, net als de waterstoffabriek die we gaan bouwen. Staal is in het complete transitieproces dus super-essentieel en belangrijk. Ik vind het persoonlijk een enorme kans om daar een bijdrage aan te leveren. Als burger wil ik ook dat de wereld beter wordt. Ik heb tijdens vakanties veel geklommen in de Alpen. Dan zie ik met eigen ogen dat de gletsjers verdwijnen en we écht iets moeten doen om het klimaatprobleem op te lossen. Dan kun je twee dingen doen: protesteren dat het niet goed gaat óf meehelpen om het probleem op te lossen. Ik kies graag voor het laatste.’

In het gebied zijn voldoende mogelijkheden voor het aanleggen van een CO2-infrastructuur met opslag van de koolstofdioxide in lege gasvelden onder de Noordzee, de zogenaamde Carbon Capture Storage (CCS). Daarnaast is er de mogelijkheid van hergebruik van CO2, oftewel Carbon Capture Utilisation (CCU). Verder is Tata Steel ook op het gebied van opwekking van groene stroom geografisch gezien goed gesitueerd. ‘We liggen immers aan zee, de plek waar grote windmolenparken gaan komen. Dus met de aanlanding met de stroomkabels van zee naar land zitten we heel gunstig’, vertelt Bart van der Meulen, hoofd programma CO2 neutral van Tata Steel. ‘We zien dan ook een mooie toekomst voor de regio IJmond met windparken in aantocht en lege gasvelden voor de deur.’

Tussenoplossing met CCU en CCS Het ‘einddoel’ van Tata Steel is om in 2050 volledig CO2-neutraal te opereren. Maar voordat dit technisch mogelijk is, is er eerst een andere tussenoplossing nodig om de door de overheid opgelegde klimaatdoelstelling van 49 procent CO2-reductie in 2030 te kunnen realiseren. In deze zoektocht speelt CO2-opslag een essentiële rol.

Deze tussenoplossing is de aanleiding voor een bezoek aan Tata Steel en eens verder te praten met Bart van der Meulen. ‘Van de 101 jaar dat Tata Steel bestaat, werk ik er hier nu 29. De maakindustrie trok me al vanaf kleins af aan. Staal is een mooi product, dat je in alle geledingen van ons bestaan terugvindt. Maar we moeten ook toekomstige generaties een mooie toekomst met een gezonde aarde kunnen bieden’, vertelt de werktuigbouwkundig ingenieur uit Haarlem. ‘Daarom zal ook Tata Steel zijn fair share aan de oplossing van het CO2-probleem moeten gaan leveren.’

Athos In de komende maanden zal Tata Steel samen met Gasunie, EBN en Haven van Amsterdam voor verdere uitwerking van het project Athos (dat een afkorting is van Amsterdam-IJmuiden CO2 Transport Hub & Offshore Storage) diverse vervolgstudies uitvoeren. Van der Meulen, die de energietransitie de grootste uitdaging uit zijn loopbaan noemt, is verheugd met de recente studieresultaten. ‘De haalbaarheidsstudie laat namelijk zien dat zo’n CO2-netwerk en opslag technisch realiseerbaar is. Afgevangen CO2 kan ver uit de kust en op zo’n 3 tot 5 kilometer diepte worden opgeslagen’, legt Van der Meulen uit. Of dit een makkelijk proces is? ‘Makkelijk is een groot woord, maar het wordt wereldwijd al gedaan. Er zijn geen grote technische belemmeringen en er hoeven geen nieuwe technologieën ontwikkeld te worden’, stelt Van der Meulen, die tevens twee grote voordelen voor Tata Steel weet: ‘De ligging van Tata Steel biedt een groot voordeel ten opzichte van concurrenten: er is geen staalbedrijf ter wereld dat zo dicht bij lege gasvelden in zee ligt, waar CO2 kan worden opgeslagen. En twee: de infrastructuur die hiervoor nodig is, ligt er reeds in grote mate. Dat scheelt enorm in de kosten. Wanneer CCS operationeel kan zijn? Het doel is in 2027 à 2028, maar in elk geval vóór 2030.’ Ook bleek uit de studie dat bedrijven in het Noordzeekanaalgebied het potentieel hebben om in 2030 tot 7,5 megaton CO2 per jaar aan uitstoot te reduceren. ‘Als je je bedenkt dat de totale Nederlandse industrie haar CO2-uitstoot op dat moment met in totaal 14,3 megaton moet hebben teruggebracht, weet je dat de mogelijkheden van Athos significant bijdragen aan deze te behalen doelstelling’, aldus de werktuigbouwkundig ingenieur.

CCS voor Hoogovens en HIsarna Maar hoe wil Tata Steel die CCS en CCU gaan realiseren? ‘Bij de Carbon Capture Storage zullen we CO2 die bij de staalproductie vrijkomt afvangen. Deze koolstofdioxide zullen we vervolgens via pijpleidingen afvoeren en opslaan in lege gasvelden in de Noordzee. Dit willen we realiseren via het Athos-systeem. Ook HIsarna, de nieuwe manier van staal maken en volop in ontwikkeling, kan hier op worden aangesloten.’ HIsarna zal naar verwachting een grote rol spelen in het bereiken van toekomstige recycle-ambities in de circulaire economie. ‘Dit zeer innovatieve staalproductieproces bestaat uit een reactor waar ijzererts en poederkool worden ingevoerd en waarbij vloeibaar ruwijzer ontstaat als basismateriaal voor de productie van hoogwaardig staal’, zo legt Van der Meulen uit. ‘Het gas dat HIsarna uitstoot, is geconcentreerd CO2 en is het zeer geschikt voor opslag (CCS) of hergebruik (CCU), zonder een kostbaar gasscheidingsproces.’ De HIsarna-technologie maakt een aantal voorbewerkingsstappen overbodig en stelt minder strikte eisen aan de kwaliteit van de grondstoffen. Dit resulteert in een enorme efficiëntieverhoging. Het verlaagt het energieverbruik, dringt de CO2-uitstoot terug met 20 procent en verlaagt de uitstoot van fijnstof, zwaveldioxide en stikstofdioxide met 60 tot 80 procent. Van der Meulen: ‘De combinatie van HIsarna en CO2-opslag zou kunnen leiden tot een totale CO2-verlaging van liefst 80 procent in het staalproductieproces.’

CCU Tata Steel en partners onderzoeken daarnaast of er op langere termijn in Nederland via pijpleidingen een CO2-netwerk kan worden gebouwd. Van der Meulen: ‘Dit met het oog op hergebruik van CO2, zodat we richting CCU kunnen gaan. Koolstofdioxide is namelijk een bouwsteen waarop andere bedrijfstakken weer kunnen voortborduren. Neem bijvoorbeeld de glastuinbouw: daar gebruiken ze het voor groeiversnellers, omdat planten en gewassen juist leven en groeien van CO2. Daarnaast zijn er ook mogelijkheden tot mineralisatie en hergebruik van CO2 door er synthetische brandstoffen als methanol van te maken.’ Om te komen tot een concreter projectvoorstel is verder onderzoek nodig naar bijvoorbeeld de effecten van beleidskeuzes van de Nederlandse overheid op het gebied van CCU en CCS, de route van het bijbehorende netwerk, technische specificaties van het systeem en opslaglocaties. In de komende maanden zullen Gasunie, EBN, Port of Amsterdam en Tata Steel hier gezamenlijk aan werken.

Regio Natuurlijk betekent dit voor het regionale en lokale bedrijfsleven ook een nieuwe toekomst. ‘Een toekomst, waaraan we gezamenlijk werken. Waarbij een deel van ons terrein een soort energie-hub wordt voor assemblage en onderhoud van windparken, aanlanding van windenergie, waterstofproductie, opslag en hergebruik van CO2 en productie van staal. En dus uiteindelijk CO2-neutraal.’

Met waterstof naar 2050 Met het CCU en CCS-verhaal wil Tata Steel op de relatief korte termijn bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. Een punt op de lange termijn-horizon is echter om uiterlijk in 2050 volledig CO2-neutraal te gaan werken. Om dit ambitieuze plan te kunnen realiseren, bewandelt Tata Steel momenteel een tweede (en totaal ander) innovatief pad. ‘We produceren ons staal nu met koolstof als energiebron. Het idee is om straks de koolstof te vervangen door waterstof’, vertelt Van der Meulen. ‘Dat klinkt heel simpel, maar dat is een gigantische uitdaging waarvoor we staan. Het grote voordeel van koolstof is dat er een enorme hoeveelheid energie in één kilo kool zit. Daarom vinden we het zo fijn dat spul, en heeft het zulke goede eigenschappen op dat vlak. Alleen de CO2 die hierbij vrijkomt, is het grote nadeel. Daarom zoeken we nu naar groene transitiemogelijkheden zoals waterstofgebruik.’

Energiedichtheid

Waterstof produceert juist heel schoon, maar heeft weer als nadeel dat de energiedichtheid hartstikke dun is. ‘Dus zul je gigantische hoeveelheden waterstof moeten gaan opwekken om de vergelijkbare hoeveelheden energie te creëren. Als we de gewenste hoeveelheid waterstof op een milieuvriendelijke manier willen opwekken, hebben we daarvoor héél veel groene stroom nodig. Die stroom, die via een elektrolyse-proces uiteindelijk waterstof oplevert, zal moeten worden opgewekt door de nu nog aan te leggen windmolen- en zonnecelparken. Voordat de benodigde infrastructuur hiervoor is aangelegd, praten we al snel over 2040 of zelfs later’, weet Van der Meulen. ‘Tata Steel is momenteel al geen kleine elektriciteitsgebruiker, maar voor een succesvolle invulling van het waterstofproductieverhaal hebben we circa tien keer zoveel stroom nodig als nu. Dan praat je over waanzinnige hoeveelheden.’

Geografisch voordeel

Ondanks de grote uitdagingen op dit vlak, is Van der Meulen positief gestemd. ‘Want ook op het gebied van opwekking van groene stroom is Tata Steel geografisch gezien geweldig goed gesitueerd. We liggen immers aan zee, de plek waar grote windmolenparken gaan komen. Dus met de aanlanding met de stroomkabels van zee naar land zitten we heel gunstig. Het is namelijk een groot probleem als je stroom over grote afstanden moet zien te verplaatsen. Stel dat we onze business in het Duitse Ruhrgebied hadden gehad. Waar moet je dan je groene stroom vandaan halen? Via een groene stroom-kabel vanuit Noord-Duitsland? Dat is haast niet te doen. Wat dat betreft zitten wij in de IJmond supergunstig: we liggen aan de zee, waar de windenergie op grote schaal zal gaan worden opgewekt. En de aanlandige stroomaansluiting van die windmolenparken zit letterlijk hier op ons terrein. Idealer kan niet.’

Waterstoffabriek Voordat de windmolens er staan, heeft Tata Steel ook al korte termijnplannen op waterstofgebied. Zo zijn er momenteel vergevorderde plannen om samen met het bedrijf Nouryon en Haven van Amsterdam rond 2023 een 100 megawatt waterstoffabriek neer te zetten op het terrein van Tata Steel. ‘Het is spannend, want voor het eind van 2019 wordt de haalbaarheidsstudie bekend. Ik ben positief, want dit zijn allemaal van die bouwstenen om de complete infrastructuur voor de transitie te kunnen gaan neerzetten. Dat totale proces moeten we met veel kleine stapjes in beweging zetten’, geeft Van der Meulen aan. ‘Gelukkig hebben we in Nederland een goede infrastructuur. Kijk bijvoorbeeld naar onze samenwerkingspartner Gasunie. Zij zijn de grootste netwerkbeheerder van hoge drukgasleidingen in de wereld. Het zou super zijn als we in de toekomst met het waterstofproductieverhaal kunnen aantappen op hun netwerk en leidingensysteem. Dan kun je waterstof ook als energiebron gaan gebruiken voor huizen en auto’s. De potentie hierin is groot.’

Eigen ogen Van der Meulen ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. Hoewel er anno 2019 negatieve milieueffecten aan de productie van staal kleven, benadrukt hij dat dit product juist ook een essentieel onderdeel speelt in de energietransitie. ‘Want waar moeten we anders de windmolens van maken of onze zonnecellen op neerzetten? Elektrische auto’s maken we eveneens van staal, net als de waterstoffabriek die we gaan bouwen. Staal is in het complete transitieproces dus super-essentieel en belangrijk. Ik vind het persoonlijk een enorme kans om daar een bijdrage aan te leveren. Als burger wil ik ook dat de wereld beter wordt. Ik heb tijdens vakanties veel geklommen in de Alpen. Dan zie ik met eigen ogen dat de gletsjers verdwijnen en we écht iets moeten doen om het klimaatprobleem op te lossen. Dan kun je twee dingen doen: protesteren dat het niet goed gaat óf meehelpen om het probleem op te lossen. Ik kies graag voor het laatste.’

 

‘Mooie kansen voor de IJmond’

In de huidige turbulente tijden met klimaatprotesten en de gevolgen van te hoge CO2- en stikstofwaarden, vindt OV IJmond het belangrijk te laten zien wat de regio doet om duurzame oplossingen te vinden. ‘Waarbij we zeker moeten stilstaan bij de kansen die een industrie als Tata Steel onze regio naar de toekomst biedt’, geeft OV IJmond-voorzitter Ton van der Scheer aan. Zie de komst van de enorme windmolenparken op zee, de zonnecel-energie en de transitie naar waterstof als nieuwe en schone energiebron. ‘Als belanghebbende speler werkt Tata Steel nauw samen met andere bedrijven. Dit biedt grote kansen en aangrijpingspunten voor het IJmondiale bedrijfsleven om aan te haken bij de verduurzaming en de verdere ontwikkeling van onze regio in de toekomst’, aldus Van der Scheer.

 

Plaats een reactie

Klik hier om je reactie te plaatsen

Evenementen

  • Geen evenementen
  • Advertisement

    webdesign development